Dames en Heren, geachte aanwezigen, Beste Johan Op de Beeck,
Het is met een groot genoegen en een hele eer dat ik vandaag voor U het boeiende nieuwe boek ‘De Verscheurde Staten van Amerika’ van auteur Johan Op de Beeck mag inleiden.
Allereerst moet ik toegeven, ik ben wat bevooroordeeld, want ik ben overheen de jaren een grote fan geworden van Johans boeken. In mijn eigen opleidingsonderdeel ‘Belgisch en Vergelijkend Buitenlands Beleid’ aan de Universiteit Antwerpen, refereer ik steevast naar enkele van zijn eerdere publicaties, zoals ‘Het verlies van België’ uit 2015 en natuurlijk ook ‘Leopold II’ uit 2020. Tezamen met de bijbehorende podcasts vormen ze voor onze studenten bijzonder toegankelijke, helder geschreven en vooral hedendaagse reflecties over belangrijke momenten in de geschiedenis. En dat op een manier waarbij je telkens weer nieuwe dingen te weten komt, doorspekt met enkele fijne en sappige anekdotes. Dat Belgen een soms niet onbelangrijke rol speelden in de geschiedenis die Johan beschrijft, is een vaak terugkerend thema. Zo ook in dit nieuwe boek. We volgen een hele reeks Belgen in de periode 1861-1865 die, onfortuinlijk, aan beide zijden van de Amerikaanse Burgeroorlog terecht kwamen.
Maar wat Johan ook steevast doet, is reflecteren over het thema in
kwestiee, en zich de vraag stellen wat de relevantie ervan is voor ons
leven vandaag. Want misschien nemen we sommige dingen wel als vanzelfsprekend, terwijl dat niet altijd zo is. De auteur herinnert er ons regelma(g aan dat de verwezenlijkingen van de democratie geen automatismen zijn, en dat we deze evengoed door een nieuwe loop der geschiedenis kunnen verliezen. Ook in dit nieuwe boek ‘De Verscheurde Staten van Amerika’ nodigt de auteur ons uit om kritisch te reflecteren over de politieke gebeurtenissen vandaag in de Verenigde Staten; tot wat deze zouden kunnen leiden, en welke de gevolgen voor ons zouden kunnen zijn. En dat, met een open einde.
Ik mocht als één van de weinige stervelingen reeds in de maand augustus van dit jaar het nieuwe werk van Johan, ‘De Verscheurde Staten van Amerika’, lezen. Het is een bijzonder boeiende reis doorheen Amerika en ook doorheen de tijd. Johan bezoekt de plekken van heel wat gehuchten, steden en sites waar een aantal cruciale veldslagen plaatsvonden. Je wordt meteen geopoliek ondergedompeld in het hedendaagse Amerika, via het verleden. Ter plekke doet de auteur enige maatschappelijke vaststellingen, maar er zijn ook verbale en non-verbale reacties van anderen. Zo wordt in de ‘Proloog’ verwezen naar de vraag die Johan stelde op het landgoed Monticello van Thomas Jefferson; “hoe te verklaren dat deze verfijnde, hoogst intelligente verlichtngsdenker het kon billijken om 607 zwarte slaven in dienst te hebben?” Die vraag stellen met Amerikaanse toeristen erbij bleek moeilijk, met blikken die blijkbaar aarzelden tussen vijandigheid en ontstentenis. “Er is een onverwerkt verleden”, stelt Johan, “weten wij veel over de Amerikaanse ziel.” De auteur verwijst uiteraard naar de hedendaagse emanatie van die blijvende strijd binnen de VS, vandaag gesymboliseerd in de bestorming van het Capitool in Washington op 6 januari 2021. Republikeins presidentskandidaat Donald Trump moedigt vandaag zijn MAGA- volgelingen aan om “te vechten voor hun land”, “want anders zal je geen land meer hebben.” Tegelijkertijd stellen de Democraten dat de democratie zelf onderdeel vormt van de huidige kiesstrijd. 6 januari zou zo maar weer kunnen gebeuren de komende maanden. En als het Amerikaanse ‘experiment’ van de democra(e op één of andere wijze zou sneuvelen, zou dat dan ook geen impact op ons hebben, en op de plaats van de democratie in de wereld?
Voor ik daar enige poging tot onderbouwde reactie op tracht te formuleren, graag nog enkele woorden over het corpus van dit mooie historische boek. Ik heb er zelf veel uit geleerd, niet alleen uit de complexiteit van de Amerikaanse burgeroorlog, maar ook over de rol van ons eigen land België, en in het bijzonder Leopold I. Zonder al teveel prijs te geven, is het toch wel boeiend te leren dat de Geconfedereerde Staten van Amerika hun eigen ambassadeur hadden in Brussel, die parallel naast deze van de Verenigde Staten van Amerika opereerde. Leopold I vond de Amerikaanse president Abraham Lincoln blijkbaar ‘een rabiate radicaal’ (p. 112). Dat had ook de president van de zuidelijke Confederale Staten Jefferson Davis opgemerkt. Zo ontstond een strategie; als België de zuidelijke Confederatie erkende, zou dat een domino-effect kunnen hebben, waardoor misschien ook Londen en Parijs overstag zouden gaan. ‘Uncle’ Leopold trachtte aldus zijn Britse nicht Victoria ervan te overtuigen dat het voor Engeland van essentieel belang zou zijn dat er niet één maar twee Amerikaanse republieken zouden zijn, omdat anders een nog grotere rivaal voor het Britse Rijk zou ontstaan (p.219). Daarmee bracht hij de Belgische Premier Rogier ietwat in verlegenheid. Tegelijkertijd was er ook nog het ‘Mexicaanse avontuur’ van Leopold I om zijn dochter en haar Oostenrijkse man Maximiliaan in Mexico op de keizerstroon te krijgen (p.303).
Een ander inzicht betreft de verschrikkelijke omstandigheden waarin gewone Belgen door ronselaars werden aangespoord om op de boot naar ‘Amerika’ te vertrekken, en blijkbaar opereerden de ronselaars in een omgeving waarin de regering Rogier de zaak oogluikend toeliet (p.304). Ze werden ‘kanonnenvlees in Europa’.
En dat brengt ons naadloos bij het drama van de Burgeroorlog, die een vreselijk uit de hand gelopen meningsverschil was. En die ook veel langer duurde omdat op militair vlak weinig doortastend gehandeld werd. Johan Op de Beeck wijst erop dat de moord op Lincoln ertoe leidde dat de vrede nadien nooit echt volledig tot stand kwam. De auteur vreest dat de oude demonen uit de geschiedenis de geesten weer in hun greep hebben (p. 373). Enkele zwarte Amerikaanse onderzoekers komen tot de conclusie ‘dat het slavenverleden van Amerika onze politiek op een breder niveau hee2 beïnvloed, waardoor de Verenigde Staten deels conservatiever zijn geworden op het gebied van rassenkwesties, maar ook inzake herverdeling, welzijn en wetgeving’. En ook langs blanke zijde zijn de wonden niet geheeld. De auteur vermeldt de rurale en armere regio’s, die van de dikke buiken en de veel te grote pick-uptrucks. Veel van die Amerikanen voelen zich een vreemdeling in hun eigen land.
En dat brengt mij bij de laatste vraag; is een nieuwe Burgeroorlog mogelijk? Het antwoord is dat dat nooit uit te sluiten is, maar helemaal anders dan in de periode 1861-1865. Er is vandaag geen aansluitend geografisch gebied dat in opstand zou komen. We zien eerder breuklijnen binnen staten tussen progressieve steden, voorsteden met een mix, en rurale gebieden die eerder conservatief zijn. De midwest en in het bijzonder Texas zijn een heel ander verhaal; dat is MAGA-kerngebied. Wel gemeenschappelijk hebben ze de houding dat ze tegen de inmenging zijn van de federale overheid.
Wie dieper graaft, beseft dat de VS vandaag eigenlijk maatschappelijk strijden op economisch vlak en op het vlak van de waarden en fundamentele mensenrechten (in het bijzonder de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen).
Op economisch vlak is een deel van de bevolking al lang niet meer mee. Sinds het neoliberale tijdvak van privatisering, deregulering en de- industrialisering verloren de blue collar workers hun job in de Rust Belt states als Pennsylvania, Wisconsin, Michigan, enzovoort. Het ‘genie’ van Donald Trump was dat hij hierin kiespotentieel zag. Of hij daadwerkelijk iets voor de blue collar workers deed is weer een andere vraag. De decimering van Amerikaanse steden in de eerder genoemde staten, en de continue race to the bottom, hebben wel hun sporen nagelaten. Als je niets meer te verliezen hebt, dan ga je inderdaad “vechten voor je land”. Eigenlijk gaat het om het opnieuw herdenken van het ‘Sociaal Contract’. Kamala Harris heeft dit wel begrepen. Ze deed declarates over de noodzaak om de middenklasse als ‘dragers van de democratie’ opnieuw te versterken, alsook om te werken aan een zogenaamde ‘Opportunity Economy’. Niettemin blijft Trump in polls hoog scoren op economie en het indammen van de inflatie.
Inzake fundamentele mensenrechten zien we een bikkelharde strijd tussen conservatieven en progressieven. Vooral de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen maar ook van minderheden liggen in de waagschaal. Het is deze keer erop of eronder. Vandaar de democratische slogan ‘We are not going back!’. Dit verklaart mede de enorme kloof tussen mannen en vrouwen in het kiesgedrag. De laatste NBC poll markeert dat dames 21% meer geneigd zijn om te stemmen voor Harris, en mannen 12% meer voor Trump. Dat betekent dus dat er een kloof tussen mannen en vrouwen bestaat van maar even 33%. Dat betekent dus ook strijd aan de keukentafel. We zullen wellicht nieuwe scènes zien van betwistingen rond kiesuitslagen. Zo hebben de Republikeinen ervoor gezorgd dat nu ook lokale officials hertellingen kunnen vragen in de staat Georgia. Dat was dezelfde staat waar Trump de laatste keer een kleine 11.000 stemmen ‘zocht’. Ook kunnen er pogingen zijn om stemmen van ‘early voters’, vaak democraten, ongeldig te laten verklaren. Enkel bij duidelijke meerderheden in staten kunnen dergelijke scenario’s afgewend worden. Toch blijf ik optimistisch dat de VS zelf uiteindelijk een nieuwe interne balans zullen vinden, al zal dit niet eenvoudig worden. Er bestaat een ongeschreven gezegde dat zegt: “If you do not like these United States, wait another decade for a new one to arise.” Democrate is en blijft uiteindelijk de beste vorm van hernieuwbare energie.