Mijn boekentips slaan niet noodzakelijk op nieuwe maar wel goede boeken.
Het was de beste der tijden, het was de slechtste der tijden,
het was de eeuw van wijsheid, het was de eeuw van dwaasheid,
het was het tijdvak van het geloof, het was het tijdvak van ongeloof,
het was het jaargetijde van het licht, het was het jaargetijde van duisternis,
het was de lente van de hoop, het was de winter van de wanhoop.
Zo begint het – wat mij betreft – absolute meesterwerk van Charles Dickens, een roman die zich afspeelt in twee steden, Londen en Parijs, tijdens de Franse Revolutie. Waarschuwing: het is zoals met Umberto Eco. Als lezer moet je eerst door een inlevingsfase. Bij aanvang van de lectuur had ik het even moeilijk om ‘er in te komen’, zoals dat heet. Lag het aan de lange zinnen, die bovendien soms ook bewust ingewikkeld waren opgesteld? Of aan de overdadige woordenschat? Een hedendaagse uitgever zou deze tekst met de hakbijl bewerkt hebben. Gelukkig gebeurde dat niet in 1859. Naarmate ik verder kwam in het verhaal, werd ik erdoor verzwolgen, geroerd en geïntrigeerd.
Pas onlangs heb ik “A tale of two cities” voor het eerst gelezen, na het schrijven van mijn eigen boek “De Franse Revolutie”. Een zeer belangrijke periode in onze geschiedenis, maar ook een zeer complexe. Goed en kwaad lopen in elkaar over. Het zoeken naar een betere wereld ontaardt in onderdrukking, het denken wordt gefnuikt als het “oud” is, alleen het “nieuwe” wordt getolereerd en zelfs de definitie daarvan verengt zienderogen. Dickens analyseert deze maatschappelijke mechanismen onvoldoende. Oorzaken en gevolgen van de Franse Revolutie en het Terreurbewind zijn soms simplistisch weergegeven. Maar hij slaagt er beangstigend goed in om de tijdsgeest van die revolutionaire periode te vangen.
De concrete gevolgen in het dagelijks leven zijn indringend beschreven. De personages zijn weergaloos verbeeld. Dickens springt van het gore Londen naar het nog goordere Parijs en weer terug. Telkens voert hij een cast van personages op die je naar adem doen happen. Nooit zal ik bijvoorbeeld citoyenne Defarge vergeten, de breister. Zelden is menselijke kwaadaardigheid zo bangelijk in zinnen gevangen. Een mens dat de koude rillingen van je rug doet lopen. Maar een mens zoals er vele van bestaan hebben, en nog steeds bestaan. De romanfiguren van “A tale of two cities” zijn verspreid over twee naties, komen uit verschillende sociale klassen en hebben zeer uiteenlopende politieke overtuigingen. Moeiteloos weeft Dickens hun avonturen, gedachten en geheimen aan elkaar. De ontknoping leest als een thriller. Een echt een genot om zo’n goed verhaal te lezen. Modern is het niet, prachtig is het zeker.